banner Download single here
Featured track

Until The Lights

single version

'Mad Mad Mad' in a commercial for Smart eBike 

X
Almost the entire song 'Mad Mad Mad' is now featured in a commercial for the supersonic electric bike from Smart. Thanx to our friends from Sizzer Amsterdam who arranged the synch.
Latest tweet
Newsletter
Follow me
 
 
 

Pop Psychology BLOG 14: Repeteren tot je er letterlijk bij neer valt

Pop Psychology BLOG 13: 'Flow' bestaat echt! Met dank aan het Metropole Orkest

30-Jun-2011
23-Jun-2011

Het was flink mis deze week, tussen de rest van de band en mezelf. “To
rehearse or not to rehearse, that's the question”. Een eeuwenoud
spanningsveld sinds de mensheid in bandjes speelt. Ik wilde meer
repeteren, zij minder, waardoor we fifty-fifty in twee kampen waren
verdeeld (ik tel voor vier natuurlijk). Dit leidde tot een
niet-aflatende stroom van pissige, sussende en weer pissige mailtjes
en telefoontjes.

Wijt het maar aan de zenuwen (later deze week zouden we live bij Giel
op 3FM spelen), maar als het aan mij lag hadden we iedere avond in de
oefenruimte gezeten. Mijn bandleden vinden 1 à 2 keer per week wel
prima en dreigden anders het gevoel te krijgen de nummers 'dood te
spelen'. Hoe kon het toch dat we blijkbaar zo verschilden in
repeteerbehoefte? Waarom was ìk wel bang om onderuit te gaan op
nationale radio en zij niet? Vooral tussen mij en toetsenist Sander
ging het hard tegen hard.

Als ik iets niet meer snap in het leven duik ik veilig de wetenschap
in. En jawel, ik vond een zeer elegante theorie die verklaarde waarom
sommigen onder ons prachtig zingen of gitaarspelen op hun zolderkamer
maar op een podium faliekant falen, en iemand als Selah Sue juist
boven zichzelf uitstijgt zodra er publiek bij is.

Dit verschijnsel komt niet alleen voor bij optredende artiesten.
Kantoortijgers die een Powerpoint-presentatie fantastisch goed hebben
voorbereid, bakken er soms in de vergadering niks meer van.
Daarentegen rijden schaatsers en wielrenners juist veel harder dan ze
ooit tijdens trainingen gedaan hebben op het moment dat ze in een
wedstrijd andere deelnemers en publiek om zich heen hebben.

Robert Zajonc (spreek uit: 'Zaa-juns') is de man die deze schijnbare
tegenstelling onderzocht. Hij deed experimenten met studenten en met
dieren. Zelfs die laatste bleken beide kanten van dit verschijnsel te
vertonen. Zajonc gebruikte de term 'sociale facilitatie' om gedrag aan
te geven waarbij je in aanwezigheid van anderen beter presteert dan
alleen. Enkel dènken dat je bekeken wordt, is al genoeg voor dit
effect. Als je dan juist geremd wordt in je kunnen, noemde hij dat
'sociale inhibitie'.

Het toverwoord waardoor beide effecten tegelijkertijd kunnen bestaan,
is 'arousal': de fysiologische opwinding die je voelt als er publiek
is. De spanning in je lijf, je hart dat sneller klopt. Het idee is dat
door die extra alertheid en spieractivatie je juist beter taken
vervuld waar je al erg goed in bent (je 'dominante respons') en
slechter presteert in complexe of nieuwe taken.

'Ha, eat this, Sander!', dacht ik. Mijn bandleden zijn namelijk
allemaal afgestudeerde/ studerende conservatoriumgasten wiens
dominante respons op een podium is: briljant hun instrument bespelen.
Ik ben zelf met een ouderwetsch idee de muziek ingerold dat je zang
niet moet oefenen, want anders zou het niet meer eerlijk uit je hart
komen of zoiets. Als ik publiek voor me heb, ben ik uitmuntend qua
oogcontact maken en een sexy dansje doen, maar zingen... verre van
subliem.

De wetenschap had me dus gelijk gegeven, maar ook daarmee kreeg ik
mijn sociaal-gefaciliteerde bandleden het hok niet in. Er zat dus niks
anders op dan flink zelf oefenen in de dagen die nog restten tot de
Nachtegiel-uitzending. En die was heel leuk en ging zelfs qua zang
best goed. Zelfs om kwart voor vier ‘s nachts met twee pornoactrices constant in beeld bij de webcamuitzending.

Deze week heeft me al met al een belangrijke les geleerd:
om ook wat betreft zingen lekker voor publiek te staan, heb ik twee
zaken hard nodig. Ten eerste: honderdduizend solorepetities tot mijn
buren de politie bellen en ik met een zuurstofmasker wordt afgevoerd.
En ten tweede af en toe wat 'tough love' van mijn eigen bandje.

(Maar binnenkort sla ik terug, met een blog over leiderschap!)


Oordeel zelf hier hoe wij diep in de nacht presteren met die webcam-girls in beeld.

Smith, E. R., & Mackie, D. M. (2007). Social Psychology (3rd ed.).
Philadelphia, PA: Psychology Press.


Het is moeilijk uit te leggen hoe een orgasme voelt, maar iedereen die het ervaren heeft wéét wat het is. To feel it is to know it. Natuurlijk is het een makkelijke truc om de aandacht te trekken - een blog beginnen met een uitspraak over seks - maar ik kan oprecht geen betere vergelijking bedenken met een vaag begrip als 'flow'. Voor beide ongrijpbare verschijnselen geldt dat als je het ervaart, je onmiskenbaar beseft dat dit 'het' is.

Muzikanten spreken over flow op allerlei verschillende manieren. Drummers hebben het erover dat ze he-le-maal in the groove zitten, gitaristen 'verliezen zichzelf in het moment', zangers voelen zich 'in the zone'. Officieel wordt flow gedefinieerd als een mentale toestand waarin een persoon volledig opgaat in een gevoel van energieke focus en inzet, en succes ervaart in het proces van een activiteit. Zo'n jazz-saxofonist die minutenlang met ogen dicht door-soleert? Yep, dat is flow.

Niet alleen muzikanten kunnen flow ervaren. Je kunt het voelen tijdens allerlei beroepen en bezigheden: van website-programmeren via sporten tot gamen. Als je het besef van tijd kwijt bent en zo in je activiteit opgaat dat je zelfs geen slaap of honger meer voelt, dan heb je het te pakken. Klinkt allemaal heel hip, niet? De eerste onderzoeken naar dit fenomeen dateren echter uit de jaren '60. De man die het de naam 'flow' gaf, heeft zelf een onmogelijk uitspreekbare naam: Mihaly Csikszentmihalyi.

De beste flow-ervaring die ik tot nu toe heb gevoeld, voldoet volledig aan de definitie en kwam tot stand dankzij het Metropole Orkest. Mijn dierbare producer Simon zou nog wat C-mon & Kypski-songs opnemen met het betreffende orkest en kon het goed vinden met de vaste gastdirigent, Jules Buckley. We waren midden in de opnames van mijn plaat en beseften dat een aantal songs echt alleen tot hun recht zouden komen met een heel orkest erin. Simon probeerde wat bij Jules: als 'zijn' artiest nou zelf alle orkest-arrangementen zou maken, zouden ze dan niet met het Metropole even tussendoor wat songs willen inspelen?

Wekenlang hoorden we niks, totdat op zondagmiddag ik een telefoontje van meneer Buckley kreeg: als ik maandagochtend alle partijen zus-en-zo in dit-en-dat format aan zou leveren, speelden ze het dinsdagmiddag wel even in.

Oké.

Het is dus zondagmiddag drie uur. Niemand die ik ken heeft de benodigde software en ook niemand weet überhaupt hoe zo'n programma werkt. Godzijdank heb ik een credit card die ver in de min kan gaan, en godzijdank is die peperdure arrangeer-software ook in het weekend online te kopen en direct te downloaden. Als een gek bestudeer ik alle mogelijke online tutorials om het programma te snappen, en ik verbaas mezelf. Als je echt iets wilt, lukt het.

Nu moet ik van twee songs alle partijen voor zo'n veertig muzikanten om gaan zetten en verbeteren en controleren. Ondanks ontelbare foutmeldingen gaat het geheel langzaam steeds beter klinken. En dan gebeurt het: ik heb inderdaad geen honger meer en ook geen slaap. Besef van tijd ben ik ook inmiddels kwijt, want om vijf uur 's nachts maak ik doodleuk m'n vriend (conservatoriumviolist, heel handig) wakker, met wat vragen over notaties bij strijkers. Ik voel me te gek, alsof ik nooit meer wil stoppen. Iets voor negenen email ik dan het hele pakket naar de verantwoordelijke persoon bij het Metropole. Ik besef nu meer dan ooit hoe flow voelt, en heb opeens een rare behoefte aan.. chocolade milkshake.

De nacht daarop moet toch nog van alles aangepast worden, en slaap ik weer niet. Maar als ik op dinsdag dan de songs voor het eerst gespeeld hoor worden door het hele orkest, word ik echt gek van vreugde en trots. Als de opnames erop zitten, druppelt iedereen naar huis en loopt Jules de controlekamer binnen met gekoelde blikjes Heineken. Het is het lekkerste biertje dat ik in jaren heb gehad.



Flow: The psychology of optimal experience, 1990, New York: Harper & Row.

Hier de YouTube met mijn verslag van de opnames met het Metropole Orkest

Voor de liefhebbers, hierbij de arrangeer-software

Pop Psychology BLOG 12: Het heeft toch allemaal geen zin (depressie - deel 1)

Pop Psychology BLOG 11: Alles draait alleen maar om seks en agressie

16-Jun-2011
09-Jun-2011

15 JUNI 2011
Als je alles mag geloven wat er getwitterd en geFaceBooked wordt, is dit leven werkelijke he-le-maal te gek. Niemand wil overkomen als een zeikerd, bang om ont-followed of ont-friend te worden. Online houden we de schijn op, terwijl het werkelijke leven naast pieken toch echt dalen kent. Ook bands en artiesten hebben er een handje van tegenslagen behoorlijk positief te verdraaien. Je staat al uren in de file naar een optreden in Luddekutteveen waar niemand op af zal komen. Twitterversie: “See you all bij de show vanavond, zin in!”. Je platenlabel dumpt je: “Vrijheid, lekker songs gaan schrijven, zin in!”

Nou, soms heb je er helemaal geen zin in. Laat het maar eens hardop gezegd worden. Hoe hard we onze virtuele persoonlijkheden het ook laten ontkennen: depressie is geestelijke volksziekte nummer 1. Hoewel maar weinigen het durven laten zien, lijden momenteel zo'n 550.000 Nederlanders er aan. Niet iedereen even erg: het is een glijdende schaal van klein dipje tot serieuze zelfmoordneiging.

Neerslachtigheid kent dus gradaties, maar van licht tot zwaar zijn er dezelfde verklaringen voor. Eén van de meest opmerkelijke is de theorie van 'aangeleerde hulpeloosheid'. Dit fenomeen werd bij toeval ontdekt in 1967, toen ene Martin Seligman -net als Pavlov- wat experimenten met honden aan het doen was. Hij trok twee honden een soort harnas van ijzerdraad aan, waarmee hij de dieren elektrische shocks kon toedienen.

Welnu, beide honden hadden een hendeltje voor zich. Dat hendeltje indrukken stopte de shocks, maar alleen bij hond 1. Hond 2 kon drukken wat ie wilde: geen effect. Na enkele keren zien dat bij de andere hond het hendeltje wel werkte, gaf hond 2 zijn pogingen op. Ook al werkte inmiddels ook zijn hendel, hij bleef gewoon maar apathisch klap na klap ondergaan. Hij had 'aangeleerd' dat wat hij ook deed geen zin had. Niet eens meer proberen om uit een vervelende situatie te komen, is een belangrijk kenmerk van depressiviteit.

Ook mensen kennen situaties waarin ze meerdere keren iets onplezierigs proberen te vermijden, maar de hoop hebben opgegeven dat het ooit beter wordt. Hoeveel mislukte pogingen om af te vallen of te stoppen met roken kun je aan? Beroepsgroepen als muzikanten, free-lancers en kunstenaars worden hier echter nog vaker mee geconfronteerd. Als een faalkans van 99,9% zo'n beetje de norm is in je vakgebied, dan krijg je gewoon heel vaak te maken met afwijzingen, waardeloze beloften en verloren concurrentiestrijd. Het zijn nog net geen elektro-shocks, maar wat zou je er graag aan ontsnappen als je kon.

Soms kijk je naar je collega's die net zoveel tijd en talent als jijzelf erin stoppen, maar bij wie het hendeltje het blijkbaar wèl doet. Jouw pogingen lijken er niet toe te doen en net als Hond 2 geef je het op. Je blijft apathisch in bed met de gordijnen dicht. Zelfs op het moment dat Matthijs van Nieuwkerk en Giel Beelen persoonlijk bij je aanbellen met een gouden hendeltje waarvan ze beloven dat het zal werken, blijf je liggen. Je bent depressief.

Ik niet, hoor. Al voelde ik me deze week wel als een hulpeloze hond omdat iedere poging tot een repetitie-afspraak op een teleurstelling uitliep. En tijdens m'n 68 weken YouTubes maken over het songschrijf-proces van het nieuwe album heb ik ook vaak gedacht: dit haalt niks uit.

Nu schrijf ik dan iedere week blogs over psychologie en muziek. Het onderwerp 'depressie' zal nog wel een paar keer terug komen, want het verschijnsel doet zich veel voor in de muzikantenwereld. Binnenkort dus nog meer verklaringen waarom artiesten vaak down zijn, en ik zal wat olijke onderwerpjes aansnijden als niet-werkende antidepressiva en beroemde suïcide-gevallen. Zin in!

(Matthijs en Giel: ik woon op de tweede verdieping, onderste bel.)


Seligman, M.E.P. (1975). Helplessness: On Depression, Development, and Death. San Francisco: W.H. Freeman.

www.trimbos.nl

8 JUNI 2011
Halfnaakte wulps-bewegende lichamen, gezwaai met gevaarlijke guns... Als je de gemiddelde hiphop-clip mag geloven, draait de hele wereld om slechts twee dingen: seks en agressie. 'Sex sells', dat weten we inmiddels wel, ook zonder dat ik wéér de blotebillen-tweet van Anouk hoef aan te halen. En de verkoop van gewelddadige games toont dat ook agressie een behoefte is waar we graag aan voldoen.

Dit besef is niet nieuw. Al in 1920 schreef Freud er een boek over waarin hij beweert dat achter alles wat de mens doet uiteindelijk deze twee oerdriften schuil gaan: leven oftewel seks, en dood oftewel agressie. Nou was Freud ook dat enge mannetje dat beweerde dat rokers in hun 'orale fase' (nul tot anderhalf jaar) waren blijven steken en dat iedereen eigenlijk stiekem met z'n vader of moeder naar bed wilde. Dat is compleet uit z'n oraal-gefixeerde-duim-gezogen kul, maar met die seks en agressie had ie wel iets zinnigs bedacht.

Toen ik een paar jaar geleden voor het eerst de collegereeks 'Inleiding In De Psychologie' gaf, werd ik helemaal gek van dit oerdriftelijke duo. Dertien weken lang stond ik zeer verschillende aspecten van de psychologie uit te leggen, en telkens bleek elk hoofdstuk neer te komen op hetzelfde. Inderdaad, in het leven van de mens draait het maar om twee dingen: de mens wil a. overleven en b. reproduceren. Om dat eerste doel te bereiken heeft de evolutie ons een flinke dosis agressie meegegeven, en voor dat tweede kregen we neuk-technieken met bijbehorende lichaamsdelen aangereikt. De soort moet voort, en daarvoor slaan we elkaar de hersens in en duik je alsnog  instinctief met je ex tussen de lakens.

Soms werd het me allemaal teveel. Ik probeerde heel nobel uit te leggen hoe groepsprocessen werken, de liefde, de kunst, of waarom McDonald's vooral geel en rood gebruikt. En als de zaal leegstroomde, bleef ik bijna teleurgesteld achter. Van leiderschap tot hamburgermarketing bleek alles toch weer te draaien om seks en agressie. Ik dacht dat ik wel een hoger doel had in dit leven: ik wil mensen raken en overtuigen door middel van muziek. Ik werk me dag en nacht suf aan een plaat, loop 24 uur per dag met liedjes in m'n hoofd... maar blijkbaar doe ik dit alleen om brood op de plank te krijgen en een man in m'n bed.

Je hebt het misschien zelf niet direct door. Maar als je wakker ligt over wat je op iemands Facebook-prikbord zult posten, wil je gewoon seks. En als je via via een flauwe roddel over een gemene vriendin verspreidt, doe je dat om prettiger te overleven dan zij. Bij mensen is de ware aard van hun bedoelingen dankzij allerlei sociale regeltjes behoorlijk ondoorzichtig geworden. Dieren zijn veel transparanter in wat ze willen: duiken direct op een aantrekkelijke partner of bijten de nek door van een tegenstander. Die duidelijkheid lijkt me soms ook wel fijn, en ik schreef er het liedje 'So Animal' over. Met dank aan m'n eigen collegereeks.

Afgelopen maandag stond ik letterlijk tussen de beesten in Artis. In juli treden we daar akoestisch op, op één van de 'ZOOmeravonden' en voor de Artis-website ging ik op de foto met een enorme Atlasvlinder. Twintig centimeter groot en met een prachtig kleurig vlekkenpatroon zat hij rustig op m'n hand. Net als zijn soortgenoten zou hij maar een paar dagen kunnen leven, en binnen die tijd moest hij snel een vrouwtje bevruchten voor nageslacht. Een kort leven, maar ontzettend duidelijk.

Ik had net in het interview voor de website verteld dat ik me tijdens het maken van de plaat soms had gevoeld als een rups in een pop. Ik keek diepzinnig naar meneer Atlas op mijn hand en vroeg me af: Wat nu als het nieuwe album een eendagvlinder blijkt te zijn? Ik denk dat ik dan eventjes heel dierlijk agressief een mandoline in elkaar ga meppen. En dan veel seks en een half dozijn mini-Margjes werpen. Dat schijnt oerdriftelijk toch mijn doel te zijn.


Beyond the Pleasure Principle (C. J. M. Hubback, trans., 1922.)

Beluister hier de allereerste versie van 'So Animal': http://www.youtube.com/watch?v=NYxvfCwhd-g
12 13 14 15 16 17 18 19 20 21